timajos-in-indonesie.reismee.nl

" Bijna schipbreuk "

Na het ontbijt vertrokken we naar de haven voor een tweedaagse boot trip naar de Komodo eilanden. De hoognodige bagage en een vrachtlading reispillen mee en de overige bagage bleef achter in het hotel.


Op naar het avontuur en dat werd het !!!


We stapten aan boord van de houten motorboot, die we geheel voor onszelf hadden. Wel ging onze vaste gids mee en een kapitein met 2 andere bemanningsleden. Nu klinkt dat heel deftig, maar de gemiddelde leeftijd van deze bemanning lag denk ik onder de twintig.



De zon stond aan de hemel en we vertrokken naar de eerste stop, een eiland ongeveer 1 uur varen vanaf de kust. De boot ging voor anker en wij eraf om te gaan snorkelen. Ietwat hufterig sprongen Tim en ik eraf, want tja wat zwemt er onder je, maar Joost ging met een behoorlijk bommetje te water.


Ik bleef dicht bij de gids, in de hoop dat hij me zou redden als we gevaarlijke vissen zouden tegenkomen.


Het was een prachtige onderwaterwereld met allerlei mooie vissen. In de wateren van Indonesië leven zo’n 4000 verschillende vissen, koraalsoorten en andere levende wezens, ter vergelijking in Egypte bijvoorbeeld zijn dat er ongeveer 1000. (boekenwijsheid) Nou hebben wij die natuurlijk lang niet allemaal gespot, maar toch wel veel. Het begon al goed met een zeeschildpad, die heel dicht bij ons kwam. Erg leuk ! Verder heel veel mooie, maar ook gevaarlijke vissen, zoals de steenvis en een behoorlijk grote morene. Al snorkelend zwommen we richting het strand. Je moest echt vlak blijven in het water, anders raakte je het koraal. Silvester stond al op het strand en Joost en Tim zaten vlak voor mij. Opeens zie ik daar een kop omhoog komen van een zeeslang, Joost en Tim zwommen er nietsvermoedend overheen, ze zagen hem niet en bij mij kwam hij omhoog. Ik denk dat ik nog nooit zo snel het water uit ben geweest. Dat was schrikken! Silvester wist me te vertellen, dat 1 beet van een dergelijke slang je volledig verlamt kan maken en dat je het vaak niet overleefd. Slik.


Het tweede rondje snorkelen vanaf het strand sla ik even over…………maar Joost en Tim gaan er weer in en komen nog 3 schildpadden tegen en zelfs een haai. Geen gevaarlijke haai volgens Silvester, maar toch. Even later bij de steiger ziet Tim er nog 1. Hij vond het eerst wat eng, maar eigenlijk toch ook vet cool!



Voldaan gaan we weer aan boord en krijgen daar een lekkere lunch voorgeschoteld. We gaan nu een behoorlijk stuk varen naar Manta Point, waar we gaan snorkelen met manta’s. Spannend!


En spannend werd het zeker, er stak een behoorlijke wind op en de golven werden steeds hoger. We deinden over de zee en kregen af en toe behoorlijk wat water over ons heen. We hadden tegenwind en vaarden tegen de stroming in dus het ging niet zo hard, maar wel zo wild. Maar goed onze maagjes hielden het nog vol, al werd het plezier al iets minder.


Bij Manta Point aangekomen was de zee dusdanig wild dat Tim en ik er niet in wilden, bovendien zagen we ze ook niet. Silvester zei dat ze waarschijnlijk wat dieper zaten vanwege de wind. Joost wilde het nog wel proberen, maar Tim voelde zich niet zo lekker meer en wilde doorvaren. “Ik wil verdomme aan land” brulde hij, maar ja dat was nou net in geen velden of wegen te bekennen. We besloten door te varen, helaas geen manta’s maar wel beter voor de veiligheid. De zee leek steeds wilder te worden. En wat gebeurt er dan midden op zee; de motor valt uit. Neeeeeeee. En daar dobberden we dan en op zo’n wilde zee met hoge golven, zonder motor is het dobberen echt niet fijn kan ik vertellen. Ik vroeg mezelf af of we om konden slaan en kennelijk dacht Tim hetzelfde want hij vroeg dat aan mij. Nee hoor dat kan niet zei ik heel stoer, maar ik dacht wat anders. Volgens Joost kon het ook niet, dus Tim leek iets gerustgesteld, al huilde hij wel zachtjes want hij voelde zich ook niet zo lekker. Na een kwartiertje dobberen ( wat wel een uur leek) hadden ze de motor weer aan de praat en konden we verder. We moesten nog ongeveer anderhalf uur varen naar onze eindbestemming van deze dag, maar door de sterke stroom tijdens het dobberen waren we een behoorlijk eind terug en hadden we weer een half uur verloren. Na ongeveer twintig minuten viel de motor weer uit, dit keer vlakbij een rif wat we net gepasseerd hadden. Weer vlogen we alle kanten op en kreeg ik het gevoel dat we ieder moment om konden slaan. Tim huilde nu heel hard en wilde aan wal en eigenlijk stond het huilen mij ook nader dan het lachen. Ik vind het nu ook niet leuk meer zei ik tegen Joost en ook Joost was het zat. We zeiden tegen Silvester dat we de eerste de beste boot die langs zou komen moesten signalen dat we hulp wilden en da we van deze boot af wilden. Wat er ook gebeurde, niet meer op deze boot. We zagen een grote boot aankomen, maar die ging de andere kant op. Verder nergens boten en we werden wat wanhopig. Silvester belde met zijn mobiel naar de wal ( wij blij dat Indonesië helemaal vol staat met gsm masten) om een andere boot te regelen die ons zou oppikken, maar dat zou dan wel twee en half uur duren. Op deze wilde zee en het werd al avond, straks zou het donker zijn……Als een wonder kregen ze de motor weer aan de praat, maar uit veiligheidsoverwegingen zouden we op halve kracht doorvaren. Ook zouden we proberen dichter naar de kust van een eiland te komen om zo uit het wilde open water weg te zijn.


Maar op halve kracht duurt alles veel langer dus het was nog een hele onderneming. We besloten sowieso dat we niet meer op deze boot wilden varen, hij was te onbetrouwbaar, we wilden hoe dan ook een andere boot.


Ik geloof dat ik nog nooit zo bang ben geweest, er zijn meerdere momenten geweest dat ik echt dacht dat we ieder moment in de zee konden liggen en Joost maar zeggen dat ik vertrouwen moest hebben. ( achteraf zegt hij dat hij ook dacht dat we het niet gingen redden, hij had zelfs een plan bedacht voor als we te water zouden raken) Overigens had de boot maar twee reddingsvesten voor 7 personen, beetje karig.


Maar goed we hebben het gered en zijn uiteindelijk vlak voor het donker in een baai voor de kust van Rinca beland, alwaar we op de boot zouden overnachten. De nieuwe boot was onderweg en daar zouden we de volgende dag op verder varen.


In de baai lag geen een andere boot, we waren daar dus helemaal alleen. Best eng ook wel eigenlijk. Van tevoren denk je daar niet zo over na, maar als je daar ligt gaan er opeens allerlei gedachtes door je heen wat er allemaal kan gebeuren, mede door wat we die middag hadden meegemaakt. Het liefst gingen we aan wal, maar ja op dit eiland leven de komodovaranen en die zijn nou ook niet zo vriendelijk.


Rond een uur of half 7 hoorden we geronk in de verte, er kwam een boot aan en ja hoor, het was onze nieuwe boot. En gelukkig was hij ook wat groter en beter uitgerust en met genoeg zwemvesten.


Blij stapten we over toen de crew onze bedjes hadden opgemaakt want we sliepen op het dek onder de sterrenhemel. En om ons heen was het verder pikdonker, met alleen de geluiden van het oerwoud en kabbelend water.


Ook het slapen aan boord was een heel avontuur, vooral als je midden in de nacht naar een zeer vies toiletje moet van nog niet eens een vierkante meter, dus Joost mee voor de support. Al met al hebben we wel geslapen, maar we zijn regelmatig wakker geweest en werden dan ook niet echt uitgerust wakker, maar wel blij dat het weer licht was.


Na een ontbijt van gebakken banaan gingen we van boord het eiland op, om een trekking te maken op zoek naar de komodovaranen. We kozen voor de lange trekking van ongeveer 5 km. Toch wel een beetje bang begonnen we aan de trekking. Stel je staat opeens oog in oog met zo’n beest….De ranger die ons begeleide had alleen maar een stok. Dus probeer je vragen te stellen die je dan gerust moeten stellen, alleen dan moeten de antwoorden ook geruststellend zijn. Vallen ze wel eens aan? Antwoord: Ja! Shit.


Zijn hier ook slangen? Antwoord: Ja, shit, ik wilde nee horen. Zijn die giftig? Antwoord: Ja er zitten hier 3 dodelijke slangen. Shit. Maar die gaan toch weg als ze ons horen? Antwoord: Nee! Oh Oh, toch maar verder niet bij nadenken. Halverwege deze spannende tocht zien we een buffel, dit zijn wilde buffels en kunnen ook agressief zijn als je te dichtbij komt. Deze neemt net een bad en volgt ons wel met zijn ogen, we zijn op ongeveer 5 meter afstand. We vervolgen de trekking, de natuur is mooi, maar verder geen komodovaraan te zien. Op het tweede deel van de toch zien we er 1, het is een jong en hij zit in een boom, je moet wel goed kijken, hij is nog klein. Als ze jong zijn leven ze in de bomen, omdat de Komodovaraan zijn eigen kinderen niet grootbrengt en zelfs opeet. Even verderop zien we er nog een, deze is iets beter te zien.



Aan het einde van de tocht komen we bij wat gebouwtjes waar in totaal 5 volwassen komodovaranen zitten. Ze zien er angstaanjagend uit en kunnen heel snel zijn.


Als we wat foto’s nemen maakt eentje een beweging onze kant in, oef, best eng.


Het was een leuke, leerzame trekking en we gaan weer terug naar de boot.


Op het programma staan 3 stops om te snorkelen, maar na de dag van gisteren willen we eigenlijk maar 1 ding : straight to the hotel !!!!


En dat doen we dan ook. Na twee en half uur varen op een gelukkig rustige zee en stabielere boot zijn we weer veilig terug in de haven van Labuan Bajo.


Nog geen kwartier later zijn we bij het hotel en kunnen we genieten van een koud drankje bij het zwembad en kunnen we even geen boot meer zien!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!